Faalangst
betekent letterlijk dat je bang bent om te falen of te mislukken. Het is dus angst die optreedt als je iets moet doen waarbij je een prestatie moet leveren en waarbij je het gevoel hebt te kunnen mislukken. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij een proefwerk, spreekbeurt, rijexamen, een vraag stellen in de klas en in nog veel meer situaties.
Faalangst kan samenhangen met het beeld dat je van jezelf hebt en de verwachtingen die door de omgeving (ouders, school, sportclub) gesteld worden. Ook verwachtingen van onze maatschappij worden steeds hoger. Mijn herinneringen aan de kleuterschool zijn spelen en een blok klei met een kuiltje gevuld met water. Het is best goed gekomen met mij, maar in de huidige tijd kan dit echt niet meer en wordt er al van kleuters veel meer verwacht.
Positieve faalangst
Bij positieve faalangst is er sprake van een mate van stress of spanning die je nodig hebt om goed te presteren. Naast de negatieve gedachten van mislukken zijn er ook voldoende positieve gedachten en het lukt je goed om je te concentreren op de taak en niet op andere factoren in de omgeving. Vaak zie je dan na bijvoorbeeld het examen, de negatieve gedachten weer terugkomen en heb je het idee dat je het examen niet geweldig gemaakt hebt. Echter, als je je cijfer terugkrijgt, blijkt dat hoog te zijn.
Negatieve faalangst
Een negatieve blik op je eigen kunnen en veel spanning als je wilt presteren. Je hebt gedachten als ‘dit kan ik nooit’ of ‘mijn spreekbeurt wordt een afgang’ of ‘ze zullen het wel een stomme vraag vinden’. Deze gedachten veroorzaken angst en slecht presteren.
Passieve faalangst
Je stopt met alle inspanningen en ontloopt proefwerken. Studeren stel je steeds maar uit. Je vergeet je proefwerk of je bent net die dag ziek. Vaak ten onrechte een motivatieprobleem genoemd.
Aspecten die (mogelijk) in de therapie bij de psycholoog voorkomen:
drs. Marly Senden, Psycholoog NIP
Voor meer info of het maken van een afspraak kun je bellen of een mail sturen.
Terug naar overzicht